Een korte historiek van de Jazz

New Orleans en Dixieland (1900-1920)

Jazz ontstond uit ragtime en blues, met collectieve improvisatie en levendige ritmes.
Belangrijkste artiesten: Louis Armstrong, King Oliver
Voorbeelden:
West End Blues – Louis Armstrong (1928)
Dipper Mouth Blues – King Oliver (1923)
Luistertips: Let op de polyfone structuur, blazersdialoog en swingende ritmes.

Swing Era (1930-1945)

Bigbands domineerden, swing werd dansmuziek en jazz bereikte het grote publiek.
Belangrijkste artiesten: Duke Ellington, Count Basie
Voorbeelden:
Take the 'A' Train – Duke Ellington (1941)
One O'Clock Jump – Count Basie (1937)
Luistertips: Luister naar strakke arrangementen, secties die elkaar afwisselen en ritmische drive.

Bebop en Moderne Jazz (1945-1960)

Jazz werd complexer en meer gericht op luistermuziek, met snelle tempi en harmonische verfijning.
Belangrijkste artiesten: Charlie Parker, Dizzy Gillespie
Voorbeelden: Ko-Ko – Charlie Parker (1945), Salt Peanuts – Dizzy Gillespie (1945)
Luistertips: Let op virtuoze improvisaties, complexe akkoorden en snelle ritmes.

Cool Jazz en Hard Bop (1950-1970)

Cool jazz bracht rustiger klanken, hard bop voegde gospel en bluesinvloeden toe.
Belangrijkste artiesten: Miles Davis, Art Blakey
Voorbeelden:
So What – Miles Davis (1959)
Moanin' – Art Blakey (1958)
Luistertips: Luister naar subtiele dynamiek, lyrische melodieën en groove-georiënteerde ritmes.

Fusion en Hedendaagse Jazz (1970-heden)